De truc met onderwaterfoto's is licht. Heel veel licht. Al ga je maar een paar meter diep, de rode en groene componenten van het witte zonlicht verdwijnen al na een paar meter. Wat overblijft is blauw en ook dat verdwijnt als je maar diep genoeg gaat (overigens dieper dan in de Rode Zee voor recreatief duiken is toegestaan). Beestjes en koralen die in jouw ogen de verschillende kleuren van de regenboog vertoonden zien er op de foto's blauw en grijs uit.
Voor een groot aantal compacte digitale camera's bestaat een zogenaamd onderwaterhuis. Hierin kun je je digitale camera meenemen tot een gegeven diepte (die van mij gaat tot 40 meter) en het laat je de belangrijkste (zo niet alle) functies van je camera gebruiken. De in de camera ingebouwde flits mag in elk geval niet geblokkeerd worden want flitsen is zo goed als verplicht wil je een beetje acceptabele foto's overhouden.
Gebruik dus altijd de flits en probeer zo dicht mogelijk bij je onderwerp te komen. Hoe kleiner de afstand tussen jou en die haai of schildpad is, hoe effectiever de flits is.