Een InDesign vraagje.Zoals in alle opmaakprogramma's worden lettertypes meestal in punten weergegeven. Maar zoals jullie allemaal wel weten kan je dit ook in bv. mm doen.Ik dacht dat als ik een lettertype neem van 3 mm, dat dit dan betekende dat de x-hoogte 3 mm zou zijn.
Echter, als ik in lectuur bijvoorbeeld de x-hoogte meet, en dit vervolgens ingeef in InDesign, dan blijkt mijn lettertype veel kleiner vergeleken met dit van in de desbetreffende lectuur.Waar sla ik de bal mis?
Is dus denk veiliger om het aantal mm om te rekenen in punten en dat dan invoeren. Je kan ook bij je preferences aangeven dat je je fonts in mm wilt weergeven.
(Bewerkt door DTP2 om 11:06, 13-10-2006)
Klopt toch precies
Lettertype meten in drukwerk => dat aantal mm gebruiken voor je font inte stellen => font kleiner dan drukwerk. Zo begrijp ik de vraag toch...
Er zijn wel fotzetsystemen geweest die de corpsmaat definiëerden door van de echte maat van een letter uit tegaan, bijvoorbeeld door uit te gaan van de maximale hoogte van een letter met diacritische tekens erboven en de langste stok eronder (wat je krijgt als je die elkaar net laat raken) maar zelfs dan geeft dat nog niet een vaste x-hoogte.
Heel ingewikkeld allemaal. Maar gelukkig is er wel een heel erg globale vuistregel, namelijk dat voor de normale tekstletters de x-hoogte (onderkast x, dus) ongeveer een derde is van de corpsmaat. In het eerder vermelde geval van een x-hoogte van 1,5 mm (ca 4.25 pt) wordt de corpsmaat dan 12 à 13 pt.
Nog een goede vuistregel: voor leesbare tekst in tijdschrift/boek is de corpsmaat 10 tot 14 pt, afhankelijk van gebruik. Bij voorkeur wordt in een krantenkolom uitgegaan van een zetbreedte waarin ca 7 woorden gaan (in het nederlands is een woord gemiddeld 7.25 tekens, dus een kolom dan 50 tekens). Voor boeken mikt men op 10 tot 12 woorden per regel (73 tot 87 tekens).
Let op, dit zijn vuistregels. Misschien is het handig hier eens een goed boek op na te slaan. Goede typografie begint onderhand zeldzaam te worden & iemand die er een beetje verstand van heeft stijgt dan ver boven het maaiveld van collega-ontwerpers uit... Nooit weg, toch?
Dit is een duidelijk antwoord en ik ga er ook rekening mee houden. Weer wat meer geleerd se.
Verder helemaal eens met Bert. Typografie lijkt een verloren gegane kunst.
1 augustijn = 12 didotpunten 1 augustijn = 4,512 mm 1 didotpunt = 0,376 mm 2660 didotpunten = 1 meter
1 pica = 12 picapunten 1 pica = 1/6 inch (1 picapunt = 0,01389 inch) (1 inch = 25,39 mm) 1 pica = 4,217 mm 1 picapunt = 0,3514 mm
In de Nederlandse typografie werd altijd gebruik gemaakt van didotounten en augustijnene, het systeen met picapunten zoals dat op de Mac wordt gebruikt komt uit de Anglowereld (vandaar de inches) van de typografie.
Overigens interessant dat beide systemen uitgaan van het twaaltftallig stelsel, in het verleden (voor de computers) bracht dit dus altijd nog enig rekenwerk met zich mee bij bijvoorbeeld het bepalen van de hoeveelheid bladzijden van een boek met als enige referentie een stapel uitgetypte kopij...Verder kon een grafisch ontwerper toen niet zonder een loupe of typolatje, een lineaal met maatsysteem in augustijnen danwel picas, alsook een aantal interlinie-maten op datzelfde latje: http://www.tz-bedarf.de/assets/big/typometer.jpg
Verder verwijs ik naar de heldere uitleg op wikipedia, voor als je meer wilt weten van de oorsprong van e.e.a.: http://nl.wikipedia.org/wiki/Typografische_eenheid
De typometer(s) hebben we zelf gemaakt omdat vroeger de typometers nog gebaseerd waren op de oude zetsystemen (die allemaal net even verschilden en zeker met het Engelse/Amerikaanse pica/inch systeem).
Ook toen al was het meten enigzins gissen, omdat je niet altijd wist van welk zetsysteem het zetselvandaan kwam. Het enorme voordeel van de Mac/Atari was dat je alles op het scherm kon zien. Een corpsje meer of minder is zo opgelost...
De firma Faber-Castell produceerde typometers of latjes met didotpunten (augustijnen ja!) óf met picapunten, bij de aanschaf moest je dat er dus wel even bij zeggen.
Als vormgever had je van allebei een exemplaar, want afhankelijk van de zetter had je de een of de ander nodig...
Geef ik hier een beetje leuk college, wordt er niet eens goed gelezen! (ik heb het nu tegen TB )
Reken je die inch (2,54 mm) terug naar de officiële amerikaanse picapunten van voor de dtp-revolutie, dan gaan er daar 72,27 van in een inch. Amerikanen gaan natuurlijk voor de grote lijn en zo min mogelijk rekenen (en PostScript gaat sowieso niet fijn om met delen achter de komma), dus hebben ze voor het gemak daar dus die 72 afgeronde punten van gemaakt.
Dus niks oude maten, gewoonweg modern handhandig ingrijpen en rationaliseren. En vierhonderd jaar grafische traditie doen er natuurlijk ook niet toe, gezien de belabberde typografie der amerikanen (dubbele spatie na een punt!).
cat om 20:55, 21-10-2006Geef ik hier een beetje leuk college, wordt er niet eens goed gelezen! (ik heb het nu tegen TB )
Jawel, maar Peter en Bert hebben ten dele het goede antwoord al gegeven. Ik blijf erbij dat daarnaast (of dat is Peter's antwoord) Elk zetfabrikant zo zijn eigen maten hanteerde. Elk merk had, wat dat betreft, ook een eigen typometer liggen. Dit geldt natuurlijk niet voor het didot/augustijn latje.
Buiten dat waren de lettertypes van verschillende fabrikanten afwijkend. De helvetica van Berthold was (en is nog) heel afwijkend van de Scangraphic, of erger, Adobe. Vandaar het gissen en eigengemaakte typopmeters. In den beginne van DTP moest er namelijk heel wat exact nagemaakt worden van analoge voorbeelden. Met de nadruk op 'EXACT'. Ontwerpers waren toen namelijk nog bijzonder kritisch (dtpruts en zo). Maar goed, dat was tot men zelf een macje aanschafde.
'Een mac maakt meer typografie kapot dan je lief is'
(Nog gehoord van afspatieringstabellen in XPress en zo? Gruwelijk)
Een lettertype is een van de ultieme voorbeelden van toegepaste kunst:geen autonome kunst maar een esthetisch ontworpen gebruiksvoorwerp.Daar kan je pretentieus en hoogvliegerig over oreren (zoals Eduard Bosde term "DTPrut" inderdaad lanceerde) en alle modernismen in afkatten,maar feit is: het wordt gebruikt en kennelijk voldoet het voor velen !
Datzelfde gold voor kwaliteit van kleurenprinters en video-apparatuur:op een gegeven moment boeit de boodschap en/of toepassing meer danhet bereiken van het uiterste in kunst en techniek. Vroeger moest alleswat op tv kwam voldoen aan de NOB-normen (nu maakt het weinig uit),vroeger werd een kleurenprinter die niet de juist kleur printte verketterd(nu krijg je ze gratis bij een pak waspoeier en ben je tevreden ermee).
Zo ook voor typografie: het heeft geen zin zomaar af te geven op deapparatuur of programmatuur die 'slechte' typografie mogelijk maakt.Sterker nog: je hebt een grauwe, vieze massa nodig voor onderscheid.En als je opdrachtgever dat niet ziet of geen behoefte heeft aan beter,dan heb je misschien een verkeerde opdracht te pakken...
Voor heel veel gebruiksvoorwerpen geldt het "goed genoeg" principe:als de grote massa ergens ruim tevreden mee is, waarom dan blijvenijveren voor een hooggegrepen richtlijn ? Laat gebruikers zelf kiezen.Laat het verschil zien, maak een onderscheid waar je het waard vindt,maar wees niet pretentieus. Laat je typografische vakmanschap zien,pas 't zelf toe, er is genoeg moois mogelijk (zeker dankzij OpenType)maar maak van je typografische hart geen moordkuil.
Zelfs de Comic Sans heeft bestaansrecht...
Hier wordt de fout al gemaakt: als er wordt gesproken over een letterhoogte van 3mm bedoelt men de KAPITAAL-hoogte. Een vrij goede rekenregel is: aantal punten : 4 = aantal millimeters.
Peter Villevoye om 13:04, 23-10-2006Zo ook voor typografie: het heeft geen zin zomaar af te geven op deapparatuur of programmatuur die 'slechte' typografie mogelijk maakt.Sterker nog: je hebt een grauwe, vieze massa nodig voor onderscheid.En als je opdrachtgever dat niet ziet of geen behoefte heeft aan beter,dan heb je misschien een verkeerde opdracht te pakken...
Maar dat bedoelde ik nu juist net. Voor het ontwerpersgilde achter de mac plaatsnam werd door ieder zichzelf respecterende ontwerper naar de typografie gekeken. Aan de 'tekst' werden zeer hoge eisen gesteld die met de standaard lettertypes van de Mac/postscript niet haalbaar waren (wel met handmatig aanpassen en gebruikmakend van spatieringstabellen waar tientallen uren bloed zweet en soms tranen in zaten). En gelijk hadden ze......totdat men de mac en dtp ontdekte. Letterlijk binnen een ogenblik werden zo ongeveer alle typografische waarden overboord gegooid en ontstond dtpruts. En nee, dat lag niet zozeer aan het gereedschap, hoewel ik de kreet 'de mac maakt meer kapot dan je lief is' wel heel aardig vond.
En ja, de lettertypen zijn er ondertussen al wel weer een stuk vooruit gegaan. Maar van de ontwerpers van mijn generatie (dertigers) zijn er maar bijzonder weinig die er nog enig benul van hebben. Dat vind ik nog steeds zonde, zeker omdat een klein beetje aangeleerde kennis het ontwerpen nóg leuker kan maken.
DTP heeft het hele gamma aan opdrachten tussen "duur zetwerk" en "stencils"digitale vleugels gegeven. Van de 100 opdrachten die ik in beginperiode kreegzouden er 99 nooit bij een zetterij terecht zijn gekomen. Marktverbreding !
Tuurlijk sloeg het DTP-grauw snel toe: iedereen nam Palatino en Avant Garde,iedereen wilde schaduwletters en - het zij vergeven - men ging letters rekken...Maar los van deze minder fraaie wildgroei, vraag ik me toch af wat er dan zovreselijk veel beter was aan de fonts van vroeger en die van de DTP-begintijd.Okay, Berthold had geen spatiëringstabel voor letterparen maar hele woorden;maar noem eens wat andere verfijningen die men door DTP moest missen ?
(Het draadje neemt intussen een andere wending, dus stuur ons gerust weg,als je er genoeg van hebt...)
Als ik dus een tijdschrift neem. Ik meet bijvoorbeeld de hoogte van een hoofdletter B (dit is in mijn geval 2,25 mm).Ik open InDesign, neem hetzelfde lettertype als in het tijdschrift, en zet bij grootte 2,25 mm (dan verandert InDesign dit automatisch in ± 6,7), dan zie ik dat dit niet dezelfde grootte is als het tijdschrift, hetgeen een print bevestigd.
Als ik jou regel toepas 2,25 x 4 = 11 punt. Dit klopt wel min of meer.
Maar hoe komt het dan dat als ik 2,25 mm ingeef bij grootte, dat InDesign daar 6,378 pt van maakt, en niet 11pt?
Die vuistregel van Frans ondervangt dat dus heel erg ongeveer. Maar dat betekent niet dat 2,25 mm x 4 = 11 punten, dat betekent dat letters van 11 punten vaak een lettergrootte hebben van 2,25 mm.
( Excuses naar de echte typografen voor mijn platte uitleg. )[/news]
(Bewerkt door Gmid om 10:53, 24-10-2006)