Het beste wat je kunt doen is even een telefoontje plegen met het Instituut voor Hebreeuwse en Aramese cultuur van de Universiteit van Leiden. Daar zitten mensen die veel ervaring hebben met de problemen waar jij nu mee te maken krijgt. Er zitten daar ongetwijfeld aio's (dat zijn assistenten in opleiding, die bezig zijn met het schrijven van een proefschrift) die al je 'Hebreeuwse' vragen kunnen beantwoorden, omdat ze daar zelf in hun dagelijkse praktijk mee te maken hebben.