Schijven hebben een fysieke beperking mbt de data overdracht. Die is afhankelijk van de dichtheid van de informatie, de rotatiesnelheid en het aantal platen boven elkaar.
Zo'n schijf heeft een interface, IDE / (Parallel) ATA / Serieel ATA. SATA is sneller dan ATA, maar de interface snelheid is hoger dan de fysieke snelheid van zo'n schijf. Let overigens wel op, snelheden van schijven meet met in MB (megabytes) per seconde, die van de interfaces in Mb (megabits) per seconde. Er zit dus een factor 8 verschil in. De capaciteit van de bus wordt pas interessant bij meerdere schijven (al dan niet in RAID opstelling)
Een schijf haalt een snelheid die hoger ligt dan 100Mbps ("standaard") ethernet, maar lager dan FireWire en gigabit ethernet.
Een interne schijf gaat over minder controllers / stacks dan een externe schijf, deze heeft daardoor minder overhead, dus minder CPU cycles. Dus vooral als je computer het druk heeft, merk je performance verschillen.
Overigens is FireWire beter in staat dan USB 2.0 om een apparaat een gegarandeerde QoS (quality of service) te geven. Da's vooral handig bij het inlezen van bv een DV tape.