Sinds enkele weken surf ik draadloos. Dat betekent niet dat ik het touwtje van mijn surfboard niet meer aan m'n enkel heb vastgebonden. Nee, ik heb een AirPort-netwerk. Goeie dingen wennen altijd snel, en het is ook ongelofelijk hoe makkelijk je er na een paar dagen al mee omgaat.
Laatste wapenfeit: met mijn partner, in de keuken, op het aanrecht, géén spontane vrijpartij, maar de Mac opengeklapt naast de spoelbak, even kijken of die kouwe soep nou Gazpacho of Carpaccio heet (altijd in de war). Okay, ik geef 't toe, er zijn wel serieuzere zaken en momenten waarop je draadloos Internet kan gebruiken, maar dit staaltje van huishoudelijk gemak is toch geen schande ?
Het installeren van de AirPort is ook een fluitje van een cent. Hoewel, met ADSL moet je bij enkele providers een trucje flikken, maar dat is ook niets om wakker van te liggen. Er borrelde wel een ander griezelig idee in mijn brein naar boven: de buren ! Stel je voor, zij hebben ook een iBook of PowerBook met AirPort, dan, dan...
Geen nood - snel een wachtwoord aan het netwerk gehangen; niks meer te vrezen
Maar mijn angstvallige idee wordt hier en daar werkelijkheid.
In enkele metropolen zijn al 'verklikkers' die met krijt op stoepen en muren tekens kalken, die aangeven waar en hoe je op een onbeveiligd "WiFi"-netwerkje kan inloggen en vanaf de straat kan meesurfen. In de Tweede Wereldoorlog gebruikte de Londense bevolking ook al tekens die aangaven waar je gratis voedsel kon krijgen, zodat het schaarse voedsel alleen door 'insiders' werd gevonden en verdeeld.
Warchalking heette dat toen - en heet het nu wederom (zie ook deze
cartoon). Maar nu zijn het bedrijven wiens netwerk (al dan niet bewust) open wordt gesteld voor passanten die even willen mailen, surfen of chatten. Café's, hotel-lobby's, winkels, allerlei locaties en initiatieven omarmen de WiFi-standaard (waar AirPort ook onder valt) en laten je draadloos on-line.