respondenten geven middels zelfrapportage aan zich (zeer) veilig te gedragen (bijvoorbeeld niet downloaden uit illegale bron, geen gebruik maken van openbare wifi), terwijl uit de objectieve meting blijkt dat 40 procent van de respondenten onbekende software download als er een pop-up verschijnt tijdens een video die niet wil afspelen.
Bij het delen van persoonlijke gegevens geven respondenten aan zich bewust te zijn van de gevaren van het delen van persoonlijke gegevens zoals een huisadres, e-mailadres of telefoonnummer en connectieverzoeken via sociale media. Tijdens de objectieve meting blijken respondenten echter vaak bereid tot het opgeven van (zeer) persoonlijke gegevens. Zo gaf een aanzienlijk deel zijn of haar geboortedatum (37,5%), volledig naam (31%), e-mailadres (28,1%), postcode (27,0%) en huisnummer (20,4%).
De belangrijkste conclusie is dus dat Nederlanders zich online vaak niet veilig gedragen.
Het principe van autoriteit is dat mensen zich graag laten overtuigen door experts (Cialdini, 2007). Mensen doen dan ook graag aankopen bij een partij die in hun ogen geloofwaardig is en kwaliteit levert, zoals bijvoorbeeld vastgesteld door keurmerken of onderzoeksresultaten. Een voorbeeld van een toepassing van het principe van autoriteit, is de expert in een witte jas die wordt getoond in een tvreclame en vertelt over een bepaald product. Ook gebruikmaking van de naam van bedrijven of instanties met een goede reputatie of gezag vallen onder dit principe.
Onderdeel van PMT zijn ook twee intra-persoonlijke factoren die samenhangen met cybergedrag, namelijk 1) persoonlijkheidskenmerken (zelfcontrole en persoonlijkheidsdimensies) en 2) eerdere ervaringen (Floyd et al., 2000). Dat zelfcontrole relevant is voor cybergedrag wordt buiten PMT ook in andere onderzoeksvelden beargumenteerd (Bossler & Holt, 2010; Ngo & Paternoster, 2011; Van de Weijer & Leukfeldt, 2017; Van Wilsem, 2013b). In de criminologie wordt in de zelfcontrole-theorie gesteld dat mensen met een lage zelfcontrole impulsief zijn, risico’s niet mijden en zich vooral richten op de korte termijn (Gottfredson & Hirschi, 1990). Dit zouden samen belangrijke voorspellers zijn voor onveilig cybergedrag en slachtofferschap. Eerdere studies wijzen er op dat personen met lage zelfcontrole mogelijk vaker slachtoffer worden van online criminaliteit (Ngo & Paternoster, 2011; Paulissen & Van Wilsem, 2015; Van Wilsem, 2013a). Impulsieve personen hebben bijvoorbeeld een hoger risico om slachtoffer te worden van online criminaliteit, mogelijk omdat zij vaker online actief zijn (Van Wilsem, 2013a). De samenhang tussen zelfcontrole en slachtofferschap hangt mogelijk ook af van het type online criminaliteit (Domenie et al., 2013; Paulissen & Van Wilsem, 2015). Domenie et al. (2013) vonden bijvoorbeeld dat geringe zelfcontrole alleen samenhing met verhoogde kans om gehackt te worden en niet met delicten zoals malware en identiteitsfraude. Bovendien wordt het verband tussen zelfcontrole en online slachtofferschap mogelijk verklaard door andere factoren, zoals delinquent gedrag en omgang met delinquenten (Bossler & Holt, 2010).
geblokkeerd
Orange: en toch: alles van de BBC (inclusief iPlayer downloads) en ITV kunnen zien is geen verslechtering van het tv aanbod.
Regionale blokkades
Hier een goede (en grappige) uitleg van wat een vpn wel en niet doet. En welke bescherming je op het 'moderne' internet (oa https) je ook al zonder vpn hebt. Samenvatting: het gebruik van een VPN is totaal onnodig, het beschermt je nergens extra tegen, en is vooral/alleen maar handig als je wilt doen alsof je in een ander land bent, om streamingservices te gebruiken die niet vanuit je eigen land toegankelijk zijn