
Waarom Apple van rsync naar openrsync is overgestapt
Als je via Terminal bestanden en mappen wilt kopieëren van en naar computers op afstand via het internet en lokale netwerken dan is rsync al decennia een prima ingebouwde optie. Hierbij worden bestanden vergeleken en alleen bestanden verzonden die zijn gewijzigd.
Dat scheelt vaak aanzienlijk in de tijd die nodig is om netwerkkopieën te maken, want er wordt dus nooit onnodig data heen en weer gepompt.
rsync werd oorspronkelijk geschreven door Andrew Tridgell en Paul Mackerras en uitgebracht in 1996. Tegenwoordig is het hulpprogramma te vinden op de meeste UNIX, macOS, BSD, Linux en andere UNIX-achtige OS-varianten, maar bijvoorbeeld ook onder Windows via hulpprogramma's als bijvoorbeeld Cygwin, Grsync of SFU.
rsync is vrij te gebruiken en open source, maar het is momenteel vrijgegeven onder de GPL 3.0 of latere licentie, die een paar beperkingen heeft. Beperkingen waar ze bij Apple niet blij mee zijn, waardoor er is besloten om rsync te vervangen door openrsync. rsync is trouwens nog wel aanwezig, maar blijft steken op versienummer 2.6.9, terwijl we al op 3.x zitten.
openrsyncopenrsync komt uit de koker van ontwikkelaar Kristaps Dzonsons, en valt onder de meer flexibele BSD licentie. Hoewel rsync bijna alles kan wat met openrsync mogelijk is, zijn toch niet alle functies aanwezig. Voor een volledige lijst van openrsync commando's en opties in de macOS Terminal app, typ ‘man openrsync’ (zonder aanhalingstekens) gevolgd door een Enter of Return.
Wil je weer uit het man system, dan typ je Command-Z, Command-C of simpelweg alleen de letter q. Al deze informatie is trouwens ook te vinden
op deze pagina.
Wil je toch graag de meest recente versie van rsync gebruiken, dan is waarschijnlijk de beste optie om die via
Homebrew te installeren)).