
Waarom je de public bèta’s niet moet installeren
Apple heeft gisteren de allereerste public bèta-versies van van versie 26 van alle besturingssystemen, zoals bijvoorbeeld iOS, iPadOS en macOS, uitgebracht. Veel Mac-sites besteden daar aandacht aan, maar hier op MacFreak wordt dit juist altijd genegeerd, en daar is een goede reden voor.
Want hoewel het niet zo moeilijk is om aan zo’n public beta
deel te nemen, is er dan ook niet voor niets
een uitgebreide FAQ.

Waarom je de public bèta’s niet moet installeren
Om te beginnen moet je aan dit soort bèta-programma’s eigenlijk alleen deelnemen als je een extra device hebt, waarbij het niet uitmaakt of je een ontwikkelaar of een ‘gewone’ gebruiker bent.
Ontwikkelaars hebben vaak geen keuze, anders zijn ze later met hun updates, daarom hebben ontwikkelaars over het algemeen aparte iPhones en Macs die speciaal voor testdoeleinden worden gebruikt. Als, of eigenlijk betere gezegd wanneer, een bètaversie op de een of andere manier misgaat, is het vervelend om dat testapparaat te resetten, maar niet iets waardoor alles stil komt te staan.
Daarbij is het moment dat je een bèta-versie installeert nòg belangrijker dat je een goede backup hebt, iets waarvan we hier op MacFreak toch nog vaak merken dat dit nog steeds niet bij iedereen vanzelfsprekend is.
Bij macOS komt daar nog als extra factor bij dat externe apparaten de kans dat er iets misgaat vergroten. Denk aan een
RAID, waarop je mogelijk ook diezelfde backup waar we het net over hadden op hebt gemaakt.
Heb jij zelf veel ervaring met de verschillende besturingssystemen van Apple en denk je goed vooruit aan dit soort dingen en heb je een extra Mac, iPhone of iPad om de public bèta te testen, dan graag, want hoe meer mensen meedoen aan dit soort testen, hoe beter.
Maar geldt dit voorgaande niet voor jou, bezint dan voordat ge begint.