Apple voorzag de iPad Air van een M3-chip, terwijl tegelijkertijd de 11e generatie ‘gewone’ iPad een A16-chip kreeg. Mocht je overwegen om die laatste te kopen, dan is het misschien ook een goed idee om te overwegen of de iPad Air uit 2022 met M1-chip niet de betere keuze is voor jou.

De reden voor die vraag is simpel: de M1-chip in die iPad Air is een stuk sneller dan die in de iPad van de 11e generatie.



Er is trouwens wel één verschil waarbij de iPad Air in het nadeel is: de opslagruimte in het goedkoopste model daarvan is 64 GB, terwijl de iPad 11 128 GB aan opslagruimte biedt, het dubbele dus. Maar er zijn meer verschillen, daarom hieronder een vergelijk. Daarbij kan je niet alleen duidelijk de verschillen zien, maar ook de overeenkomsten.



De iPad Air uit de vergelijking kan je op dit moment nog nieuw vinden voor 549 euro, in nieuwstaat maar in open doos ben je er 514 euro aan kwijt.

De nieuwe iPad 11 kost minimaal 378 euro, het verschil in prijs tussen deze twee opties is op dit moment dus 136 euro.

549,- voor een 64 GB device?! Ja, in 2015 was dat misschien nog een optie.

Ik heb een nieuwe iPad gekocht voor maar €14.

Nou ja, als bijbetaling, na inruil van m’n puntgave iPad Pro uit 2021 met 256 GB. Die leverde me nu bij Apple 395 euro op en dat vond ik meer dan vooraf gedacht. Die Pro had ik twee jaar geleden via Marktplaats gekocht, maar ik realiseerde me een tijdje geleden dat ik eigenlijk niks deed met ‘het stukje Pro’.

Eén dag had ik die twee apparaten beide in huis, en beleefde geen verschil in snelheid.